Gefnuikt enthousiasme
Stel een jonge gast kijkt naar het nieuws en ziet daar gruwelbeelden van een menselijk drama ergens ver of dicht bij zijn voordeur. De verontwaardiging die hij voelt is zo groot dat hij beslist om er iets aan te doen. Hij wil helpen. Een verschil maken. Op school was hij al een poster tegengekomen van een ngo en die zag er wel cool uit. In al zijn enthousiasme stuurt hij een mailtje. De ngo brengt hem in contact met de lokale groep. Hij raapt zijn moed bij elkaar, mailt en krijgt na een tijd een antwoord, precies getypt door zijn opa, om hem uit te nodigen op de volgende vergadering.
De vergadering is in een lokaal achter de kroeg op de hoek en ruikt een beetje muf. Onze enthousiasteling, met twintig jaar verschil de jongste, schuift stilletjes mee aan tafel om dan eerst te luisteren naar iets ingewikkeld over statuten, dan maakt de voorzitter zich boos over een vraag van het hoofdkantoor in Brussel, waarna ze beginnen aan de planning voor de spaghettislag binnen drie maand. En daarna is de kans klein dat ze hem nog zullen zien verschijnen, in hun mailbox of op een vergadering.
Je kan vanuit het hoofdkantoor, op basis van de cijfers, concluderen dat jongeren geen vrijwilligerswerk meer willen doen. Maar dat is kromme logica, zo eenvoudig is het niet. Motivatie is er, verontwaardiging ook en goesting om handen uit de mouwen te steken al helemaal. Ze zijn er, de jongeren, maar je gaat ze op een andere manier moeten binden.
Een parallel verhaal
Lokale vrijwilligersgroepen zijn klassiek, hiërarchisch georganiseerd. Er is een voorzitter, secretaris, penningmeester, … en bij de gemiddelde organisatie zal de gemiddelde leeftijd rond de zestig liggen. Al twintig jaar toont deze groep op een bepaalde manier hun engagement, allemaal met allerbeste bedoelingen, maar wel erg hard op hun gewoonten gesteld. Soms wil de voorzitter stiekem al tien jaar stoppen, daarom loopt die een beetje verzuurd. Hij wil de fakkel graag doorgeven, maar hij vindt geen enkele kandidaat goed genoeg. Die neiging tot verzuring of star zelfbehoud stoot jammer genoeg nieuwe mensen en ideeën af.
Bij een aantal organisaties starten er wel jongerengroepen op, maar het is echt belangrijk dat je nieuwe vrijwilligers bijna in een parallel systeem laat opstarten. Je moet die enthousiasteling van daarnet niet inwerken in de vergaderstructuur van 65-jarigen. Dat gaat sowieso clashen en voelt voor de oude garde ook als kritiek op het waardevolle werk dat ze al jaren doen.
Hoe kan je jongeren vinden (en bijhouden!)
Stap 1: Nodig ze niet uit op die duffe vergadering
Stap 2: Ga iets doen, dicht bij huis, eenmalig en beperkt in scope en tijd. En zorg er zeker voor dat het plezant is. Als je het niet vlot en fijn kan organiseren, vraag de jongere dan op een later moment terug. Liever goed dan snel en niemand wil in zijn vrije tijd gedoe. Op het einde van de activiteit, als de taak is afgerond, ga je expliciet bedanken. Het gevoel impact gemaakt te hebben is superbelangrijk. En als je het voelt, ga dan nog iets drinken om de jonge connectie ruimte te geven.
Stap 3: Na stap 2 enkele keren te herhalen, kan je misschien eens iets meer vragen.
Stap 4: Nu kan je misschien eens een recurrente taak voorstellen, zoals een maandelijks artikel schrijven. Iets waar de jongere zelf verantwoordelijk voor is.
Stap 5: Nu pas kom je los van afgebakende taken. Je laat ze mee nadenken over de organisatie en wat die nodig heeft. Dat duurt even, maar als je het goed doet, is het een realistische uitkomst. De jongere kan zo zelf groeien in zijn engagement, op de duur vrienden meenemen en ambassadeur worden.
Als je één ding onthoudt
Oké, het is meer dan een ding. Maar deze tips zijn echt belangrijk:
-
Antwoord niet met een standaard mailtemplate op vragen van jongeren
-
Als het enigszins kan, pak je telefoon op. Bellen is de beste manier om contact te leggen en een vervolg aan het enthousiasme te breien.
-
Op het einde van elke taak of contactmoment, zorg je dat het volgende al is afgesproken of in gang gezet. Geen open eindes laten dus.
-
Zorg dat het leuk is. Denk na met wie je een vrijwilliger samen zet.
-
Als je het niet goed kan doen, doe het dan op een later moment.
Er is absoluut een toekomst voor lokale vrijwilligersgroepen, die verankering blijft belangrijk, de lokale zichtbaarheid, het rekruteren, betrokkenheid en gemeenschapsvorming is van onschatbare waarde. Maar het zal misschien op een andere manier verlopen. Lokaal kan je de ervaring van de vrijwilliger persoonlijker maken, het kan een gedeeld verhaal zijn dat leeft aan de schoolpoort of in de buurt. Mensen werken graag samen op buurtniveau, liever dan te communiceren met een mega-organisatie die spreekt in geautomatiseerde mailflows. Dus, lokaal blijft de way to go, maar wel met een update en extra zorg voor de jongeren.